De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) publiceerde afgelopen 10 september een rapport van 377 pagina’s (!) met de titel ‘Kiezen voor houdbare zorg. ensen, middelen en maatschappelijk draagvlak’. De WRR is een onafhankelijke denktank voor de Nederlandse regering.
Ik was blij verrast, want eindelijk ligt er een lange termijnvisie op de zorg. Althans, dat zou je zeggen. Technologie krijgt ongetwijfeld een belangrijk aandeel in deze visie, dacht ik. De WRR concludeert echter dat ook technologie weinig soelaas biedt om te voorkomen dat ons zorgsysteem uit de hand loopt. We moeten ons dus voorbereiden op het meest negatieve scenario, wat betekent: prioriteren. Kunt u zich die discussie voorstellen, met de recente discussie in het achterhoofd over de dreigende code zwart in ziekenhuizen?
Toegegeven, het rapport besteedt veel aandacht aan ‘technologie in de zorg’. Het is wat betreft zeer lezenswaardig. Maar hoe zit dat met die twijfel van de WRR aan het potentieel van de inzet van technologie? Momenteel kost technologie in de ziekenhuizen naar schatting 4 procent van de totale kosten. De verwachting is dat bij een goede inzet van technologie de kosten zullen stijgen naar 10 procent. Dat komt, met een verwachte groei van 300 procent in 2060, neer op ruim € 10 miljard.
We weten dat de inzet van technologie in Nederland zeer versnipperd is, zodat de kosten van technologie bij onveranderd beleid waarschijnlijk nog sneller zullen stijgen. Hier ligt dus in mijn ogen een enorm besparingspotentieel voor het oprapen. Daar gaat de WRR jammer genoeg geheel aan voorbij. De WRR laat ook vernieuwingen “die puur een organisatie of systeeminnovatie betreffen”, buiten beschouwing. Dat is nou net de essentie voor het succesvol inzetten van technologie. Om met Porter te spreken: “Automating broken inefficient service delivery processes only delivers more- inefficient broken processes”. Vanwege gebrek aan (wetenschappelijk!) onderzoek kan de WRR niet inschatten wat systeeminnovatie oplevert. In plaats van hiervoor krachtige aanbevelingen te doen, benadrukt de Raad de noodzaak om ‘prioritering’ te gaan voorbereiden. Gemiste kans!
Ongeveer gelijk met het ‘visierapport’ van de WRR publiceerde Marcel Levi – u weet wel, die van Amsterdam en Londen – een column. Daarin stelt hij: “Betaal zelfstandige klinieken lagere tarieven voor dbc’s, geef ziekenhuizen meer”. Maar helaas valt dergelijke effectieve innovatie in het huidige vastgeroeste bestel niet te verwachten. Toetreders zoals zelfstandige klinieken zijn vaak wel in staat om bestaande structuren te doorbreken. Of wat dacht u van bijvoorbeeld de initiatieven van de St Maartens- en de Andros Kliniek?
Hoopgevend in dit verband is het initiatief van 28 regionale ziekenhuizen om het Expertisecentrum Zorgalgoritmen op te richten. Initiatiefnemer Bart Jan Verhoeff, internist-nefroloog en CMIO van ziekenhuis St Jansdal: “Je kunt de techniek wel op orde hebben, maar het is nog belangrijker dat dokters en verpleegkundigen overtuigd zijn van het nut van AI-voorspellingen in hun dagelijkse werk en dat het naadloos geïntegreerd is in hun dagelijks handelen”. Kijk, dat is nou eens een mooi initiatief! Ligt het overigens niet meer op de weg van de UMC’s om dergelijk initiatieven te nemen? Noblesse oblige zou ik zeggen!
Bron: www.ict-zorg.eu